Hoeveel beweging heeft je hond nodig? De complete gids per leeftijd, ras & seizoen

Hoeveel beweging heeft je hond nodig? Schema per leeftijd, ras & seizoen

Praktische beweegrichtlijnen voor pups, pubers, volwassen en senior honden. Inclusief dagschema’s, snuffelalternatieven, signalen van te veel/te weinig en aanpassingen bij warmte, kou en regen.


Weet je dat gevoel dat je wéér een rondje loopt en je hond thuis alsnog onrustig is? Of juist dat hij bij stap twee al geen zin meer heeft? Beweging is geen one-size-fits-all. Het gaat om de juiste mix van lopen, snuffelen en rust, afgestemd op leeftijd, bouw, gezondheid en het weer. In deze gids vind je haalbare richtlijnen die je vandaag nog kunt toepassen.

Snelle richtlijnen per levensfase

Let op: dit zijn startpunten. Observeer je hond en pas aan op basis van energie, herstel en plezier.

Pup (8–20 weken)

  • Korte micro-rondjes: 5–10 min, 3–6× per dag, zachte ondergrond.
  • Focus: snuffelen, kennismaken met prikkels op afstand, veel slaap.
  • Niet doen: lange traplopen, springen van hoogte, lange fietstochten.

Jonge hond/puberteit (6–24 maanden)

  • 2 hoofdwandelingen van 20–40 min met snuffelstops + 1–2 korte plasrondjes.
  • 1 activiteit per dag met hoofd rust (snuffelspel, likmat, korte trainingsgame).
  • Let op: grote rassen hebben later sluitende groeischijven → liever vaker kort dan een keer extreem lang.

Volwassen (2–7 jaar)

  • Totaal 60–120 min verdeeld over de dag, waarvan min. ⅓ snuffeltijd (langzame slenterpas, neus omlaag).
  • Varieer: stadsrondje, bos-snuffel aan lange lijn (5–10 m), denkspel of rustige speurzoekopdracht.

Senior (7+ jaar)

  • Meerdere korte rondes (10–25 min) op antislip.
  • Opwarmen & afbouwen 3–5 min.
  • Kies zachte, gelijkmatige ondergrond; voeg geurwerk toe voor mentale voldoening zonder overbelasting.

Hoe herken je “genoeg”, “te weinig” of “te veel”?

Genoeg: ontspannen tempo, soepele staart, kan thuis makkelijk gaan liggen, normale eetlust en slaap.
Te weinig: onrustig bedelen, “zoomies” in huis, piepen uit verveling, spullen zoeken om te slopen.
Te veel: hijgen dat niet snel zakt, stijf opstaan na rust, minder zin in wandelen, gevoelig bij poten/schouders.

Regel: verhoog 10–15% per week als het goed gaat; verlaag 20–30% en voeg extra rust toe bij overbelasting.


Snuffelen = mentale moeheid (en rust)

Veel honden komen rustiger thuis van 25 minuten slenteren en snuffelen dan van 25 minuten snel doorstappen. Probeer dit ritueel:

  1. Start 3 minuten snuffel strooien (10–20 brokjes in gras).
  2. Loop boogjes om prikkels; laat je hond zelf kiezen waar hij wil ruiken.
  3. Eindig met 1–2 minuten kalm tempo en zachte beloning thuis op de plek.

Aanpassingen bij weer & ondergrond

  • Warmte: wandel vroeg/laat, schaduw en gras, check asfalt met de 7-secondenregel. Neem water + opvouwbare kom mee.
  • Kou/regen: korte blokjes, goed drogen (pootjes/buik), jas bij dunne vacht of senior.
  • Ondergrond: wissel tegels af met gras/bospad; vermijd langdurig los zand of glibberige vloeren.
  • Herstel: na intensieve dag → herstelwandeling (korte slenter + snuffel) i.p.v. weer “vol erin”.

Voorbeeldschema’s (pas aan op jouw hond)

Stedelijke jongvolwassene (±20–25 kg)

  • Ochtend: 30 min slenter + 3 snuffelstops
  • Middag: 10 min plasrondje + 3 min handtarget/plaats-cue
  • Avond: 25 min park aan lange lijn + 5 min likmat thuis

Senior (±10–15 kg)

  • Ochtend: 15–20 min vlakke route, warm-up & cool-down
  • Middag: 10 min rustig blokje + 3 min snuffelmat
  • Avond: 15 min, paden met goede grip; zachte massage na afloop

Puber (grote hond)

  • Ochtend: 20–30 min decompressie (weinig ontmoetingen)
  • Middag: 5–8 min snuffelspel, daarna 60–90 min rust
  • Avond: 20–25 min, boogjes langs prikkels; 4× “hier” op makkelijke momenten

Veilige varianten op intensief spel

  • Trekken/sjorren: korte setjes (3× 10–15 sec) met los-cue; niet springen laten.
  • Achtervolgen: wissel rol (jij “vlucht”, dan jij “achtervolgt”), stop bij opwinding ↑.
  • Fietsen/joggen: pas vanaf volgroeide gewrichten; bouw zeer geleidelijk op, voorkom harde/warme ondergrond.

Veelgemaakte fouten (en snelle fixes)

  • Alleen maar tempo maken → voeg snuffelbudget toe (min. ⅓ van de wandeltijd).
  • Frontale ontmoetingen afdwingen → maak boogjes of kies parallel lopen.
  • Elke dag maximaal → plan bewust rustdagen of “licht” (korte snuffel + likmoment).
  • Geen vaste afsluiter → eindig elke wandeling met 60 seconden kalm volgen + “klaar”-cue.

FAQ

Hoeveel moet een hond per dag wandelen?
Volwassen honden: vaak 60–120 min verdeeld over de dag, met snuffelruimte. Pups/senior korter maar vaker. Kijk altijd naar herstel en plezier.

Is snuffelen echt zo belangrijk?
Ja. Snuffelen verlaagt opwinding en geeft mentale voldoening. Plan bewust snuffelstops in je route.

Mag mijn pup mee hardlopen?
Wacht tot groeischijven gesloten zijn (bij grote rassen later). Kies eerst korte stukjes recht-toe-recht-aan op zachte ondergrond.

Wat als mijn hond trekt?
Gebruik een Y-tuig en train slappe-lijn-stapjes; beloon met vrij snuffelen (Premack). Korte, rustige herhalingen werken beter dan eindeloos corrigeren.


 

Terug naar blog

Reactie plaatsen

Let op: opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd.